Prostaatkanker beter behandelen met minder schade
Voor dr. Shafak Aluwini (UMC Groningen) was 2019 een succesvol jaar: hij kreeg voor 2 onderzoeksprojecten financiering van KWF. Beide onderzoeken zijn gericht op betere behandeling van teruggekeerde prostaatkanker en gingen in 2020 van start.
De ervaren onderzoeker/radiotherapeut-oncoloog specialiseerde zich zo’n 12 jaar geleden in behandeling van prostaatkanker. Hij hecht veel waarde aan kwaliteit van leven van zijn patiënten. “De mannen die ik voor me krijg, komen hier met een heel levensverhaal achter zich. Voor de toekomst die vóór hen ligt, is een goede behandeling essentieel. Door wetenschappelijk onderzoek kunnen we de behandeling verbeteren. Dat zie je direct terug bij je patiënten, dus dat is heel mooi werk.”
2 onderzoeken, 1 doel
De onderzoeksprojecten van Aluwini zijn verschillend, maar hebben hetzelfde doel. “Het gaat om de vraag: wat doe je bij patiënten met prostaatkanker die een recidief hebben?” Een recidief betekent dat de prostaatkanker na de behandeling (vaak een operatie en bestraling) tóch weer terugkeert.
“Dat kan al na 6 maanden zijn, maar ook na 7 jaar”, vertelt de radiotherapeut. “Als de ziekte terugkeert na een operatie, dan lees je dat in eerste instantie af in het bloed. De concentratie aan PSA-eiwit stijgt dan. Ideaal is die PSA-test overigens niet, want het vertelt je niets over de plek van terugkeer, of hoever gevorderd de ziekte is. Wat we bij een recidief doen, is dat we nog eens blind bestralen op het operatiegebied. In de helft van de gevallen levert dat alsnog genezing of controle van de ziekte op, maar dat kan beter. Als het PSA érg snel stijgt dan is er sprake van uitzaaiingen en heeft bestraling niet meer zoveel nut. Dan starten we met levenslange behandeling met hormoontherapie. Een behandeling met veel bijwerkingen.”
PSMA-scans openen nieuwe deuren
Puur varen op de PSA-waarden, dat doet Aluwini liever niet. Gelukkig staat er sinds een aantal jaar een mooie nieuwe techniek tot zijn beschikking. “De PSMA-scan is heel gevoelig en geeft ook bij lage PSA-waarden al nuttige informatie. Maar de vraag is nu wel: als je iets heel kleins ziet, mogelijk een uitzaaiing, moet je daar dan ook iets mee? En hoef je niets te doen als je niets ziet? Omdat er nog niet veel wetenschappelijke publicaties over zijn, geeft deze techniek momenteel meer vragen dan antwoorden.”
Achter die antwoorden gaat Aluwini en zijn collega’s aan in het ADOPT-project: “We verwachten dat we recidief patiënten met maximaal 4 uitzaaiingen op een PSMA-scan nog altijd gericht kunnen behandelen en voor een deel van de patiënten hopelijk zelfs genezend. Dat gaan we doen door naast de bestraling 6 maanden hormoontherapie te geven. Dus niet levenslang. Wij denken dat dit een hele goede kans geeft dat patiënten langdurig ziektevrij zijn. En dat we dus weg kunnen blijven van die levenslange hormoonbehandeling of andere dure behandelingen met veel bijwerkingen.”
In het andere project, de PERYTON-studie, richten de onderzoekers zich op de groep (geopereerde) patiënten waarbij na terugkeer van de kanker blind op het operatiegebied wordt bestraald. “Zoals ik al aangaf, zie je dus bij ongeveer de helft van de patiënten goed resultaat. Dat betekent dat de andere helft dus geen baat heeft bij de bestraling, maar wel de bijwerkingen ervan ondervindt. We denken dat we met PSMA dat onderscheid beter vooraf kunnen maken en patiënten met uitzaaiing daaruit kunnen halen. En in deze studie voegen we daaraan toe dat we de effectieve stralingsdosis verhogen: minder vaak bestralen, maar met hogere dosis per keer. We werken in dit project dus aan een methode om vooraf de juiste patiënten te selecteren voor bestraling én aan effectievere behandeling.”
Uniek in de wereld
Wanneer de studies zijn afgerond, hoopt Aluwini een duidelijker plaatje aan de buitenwereld af te kunnen presenteren. “We gaan heel veel leren over een nieuwe scan en de gerichte bestraling die we dagelijks gebruiken. Nu hebben veel centra nog hun eigen beleid. Deze onderzoeken dragen eraan bij dat we dat beleid kunnen baseren op wetenschappelijk bewijs.”
De ADOPT en de PERYTON zijn wereldwijd de eerste studies met inzet van PSMA-scans waarin honderden patiënten geïncludeerd gaan worden. Dat maakt de onderzoeker trots: “In Nederland doen tien centra mee aan deze studies. De deelname en betrokkenheid van collega’s is fantastisch en maakt het mogelijk om op grote schaal dit belangrijke onderzoek te kunnen doen. Ik ben ook blij dat KWF vertrouwen heeft in dit nieuwe idee. Ik spreek natuurlijk ook veel internationale collega’s en we oogsten veel lof met deze onderzoeksprojecten. Dat mag best gezegd worden!”
Onderzoek is teamwork en Shafak Aluwini noemt tot slot graag de principal investigators (mede-onderzoekers) op dit project:
• Dr. Robert-Jan Smeenk
• Prof. dr. Fred Verzijlbergen
• Prof. dr. Jeroen van Moorselaar
• Prof. dr. Igle. De Jong