Kinderoncologisch toponderzoek
Steeds meer kennis over kinderkanker
In Nederland krijgen elk jaar bijna 600 kinderen kanker. Dat heeft een enorme impact. Uiteraard voor het kind zelf, maar ook voor de ouders. De meeste kinderen met kanker zijn met succes te behandelen, maar helaas niet allemaal. 1 op de 4 patiënten overlijdt. Door onderzoek te financieren en nieuwe behandelingen te helpen ontwikkelen, hopen we dat in de toekomst alle kinderen met kanker beter zijn te maken. Met zo min mogelijk gevolgen voor hun latere levens.
Onderzoek over de hele breedte
De afgelopen 10 jaar financierde KWF zo'n 70 kinderoncologische onderzoeksprojecten, voor een bedrag van ongeveer € 30 miljoen. Dit geld is gebruikt om het kinderoncologische onderzoeksveld over de hele breedte te ondersteunen. Daarmee bedoelen we onderzoek naar het voorkomen van kinderkanker, het ontstaan van kinderkanker, het opsporen van kinderkanker en het ontwikkelen en testen van nieuwe behandelingen. Verder is er veel aandacht voor psychosociaal onderzoek en onderzoek naar de langetermijneffecten van kanker(behandeling). KWF steunt ook onderzoek dat zich specifiek richt op de unieke zorgbehoeftes van jongvolwassenen met kanker.
Fundamenteel onderzoek: het ontstaan van kanker bij kinderen
Een groot gedeelte van de toegekende onderzoeken betreft fundamenteel onderzoek: onderzoek naar het ontstaan en de ontwikkeling van kanker bij kinderen. Dit is nodig om beter te begrijpen waarom tumoren bij kinderen ontstaan. Er is namelijk een groot verschil tussen kanker op kinderleeftijd en kanker bij volwassenen. De soort kanker is anders, de onderliggende biologie is anders, de behandeling is anders, en de overlevingskansen zijn anders.
Een voorbeeld van fundamenteel onderzoek naar het ontstaan van kinderkanker is dat van Ruben van Boxtel. Hij doet onderzoek naar de opstapeling van DNA-veranderingen in stamcellen. Zo hoopt hij te achterhalen waarom en wanneer dat tot kanker leidt.
Translationeel/klinisch onderzoek: nieuwe en betere behandelingen
Kennis uit fundamenteel onderzoek wordt in translationeel en klinisch onderzoek doorontwikkeld naar toepassingen voor de patiënt. Een voorbeeld is onderzoek naar protonentherapie. Deze bijzondere vorm van bestraling maakt het mogelijk om tumoren preciezer te bestralen en het gezonde weefsel voor en achter de tumor te sparen. Daarmee is protonenbestraling bij uitstek geschikt voor tumoren die zich in kwetsbaar weefsel bevinden, zoals de hersenen van kinderen. Het UMC Groningen is gespecialiseerd in deze behandeling bij jonge patiënten.
Psychosociaal onderzoek
Kanker heeft een enorme impact op zowel het kind als de naasten. KWF financiert diverse onderzoeksprojecten om ook op dit terrein resultaat te boeken. Een voorbeeld is het onderzoek van dr. Raphaële van Litsenburg. Aan het VUmc onderzoekt zij slaapproblemen bij kinderen met leukemie.
KWF financiert bovendien al 20 jaar de Vereniging Ouders, Kinderen en Kanker (VOKK). De VOKK steunt gezinnen met een kind met kanker en werkt aan optimale zorg voor kind en gezin tijdens en na de behandeling. De financiering loopt via de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties, een samenwerkingsverband van een groot aantal patiëntenorganisaties.
Onderzoek naar late effecten
Door de toegenomen behandelmogelijkheden overleven gelukkig veel kinderen met kanker. Maar soms keert de ziekte op latere leeftijd terug. Ook kunnen de behandelingen op latere leeftijd nog voor bijwerkingen zorgen. Aan het Radboudumc onderzoekt prof. Jacqueline Loonen hoe het kan dat mannen onvruchtbaar worden, nadat ze chemotherapie kregen als kind. Er wordt geschat dat dit voor 1 op de 5 patiënten het geval is. Maar het is onduidelijk welke groep het grootste risico loopt en of een andere behandeling dan niet beter is.
In een vergelijkbaar project onderzoekt dr. Margreet Veening het risico op nierschade op latere leeftijd, na behandeling voor kinderkanker. Haar project maakt onderdeel uit van het grotere SKION-LATER consortium. Dit is een landelijk initiatief waarin de Nederlandse kinderoncologische behandelcentra de krachten bundelen om in kaart te brengen welke ongewenste lange-termijn effecten van kinderkankerbehandeling kunnen optreden.
Het Prinses Máxima Centrum
Sinds 5 juni 2018 kunnen kinderen en hun ouders in het Prinses Máxima Centrum in Utrecht terecht voor goede zorg, gecombineerd met hoogwaardig onderzoek. Dit topinstituut bundelt de krachten om kennis en ervaring op te bouwen en specialisten op te leiden om de steeds complexere behandeling van kinderkanker uit te voeren en te verbeteren. Momenteel (2021) lopen er in het Prinses Máxima Centrum 23 KWF-onderzoeksprojecten.
Mijlpalen geschiedenis KWF en kinderoncologie
De betrokkenheid van KWF bij kinderkanker kent een lange geschiedenis. Sinds 1949, het oprichtingsjaar van KWF, zijn er veel mijlpalen bereikt op het gebied van kinderoncologie.
1974 – Tv-uitzending in het teken van kanker bij kinderen
Deze grote massamedia-actie ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van KWF stond helemaal in het teken van kanker bij kinderen. De tv-uitzending levert het enorme bedrag van 62,3 miljoen gulden op voor het fonds ‘Geven voor Leven’. De opbrengst werd besteed aan kinderoncologisch onderzoek en de oprichting van 4 kinderoncologische centra in Amsterdam, Groningen, Nijmegen en Rotterdam.
De centra kregen tevens de beschikking over 'doelvermogens'; bedragen die niet rechtstreeks worden gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek en zorg, maar worden vastgezet. De rente vormt dan een bron van inkomsten.
1982 - KWF-leerstoelen
Voor het eerst werden er 2 bijzondere KWF-leerstoelen ingesteld. Doel hiervan was om nieuwe, belangrijke, zich snel ontwikkelende gebieden te stimuleren. Op 1 januari 1982 werd prof. dr. D.J.Th. Wagener benoemd tot bijzonder hoogleraar medische oncologie aan de Katholieke Universiteit Nijmegen en werd prof. dr. P.A. Voûte benoemd tot bijzonder hoogleraar kinderoncologie aan de Universiteit van Amsterdam.
1992 – Extra investering kinderoncologische centra
KWF stelde nog eens ruim 10 miljoen gulden beschikbaar voor de doelvermogens van de 4 kinderoncologische centra in Amsterdam, Groningen, Nijmegen en Rotterdam. Zij ontvingen elk een extra bedrag van 2,6 miljoen gulden.
2005 – Specifieke onderzoekscall voor kinderoncologische projecten
KWF zette een specifieke onderzoekscall uit om onderzoekers te stimuleren tot het indienen van projectvoorstellen op het gebied van kinderoncologie. Dat resulteerde in de financiering van 7 onderzoeksprojecten voor ruim € 4 miljoen.
2007-2011 – Samenwerken aan een betere toekomst voor het kind met kanker
Binnen de beleidsperiode 2007-2011 formuleerde KWF kinderoncologie als belangrijk focusgebied. In het speerpunt ‘Samenwerken aan een betere toekomst voor het kind met kanker’ werd kinderoncologisch onderzoek verder gestimuleerd en gefinancierd.
KWF richtte voor het beoordelen van projecten binnen dit speerpunt een speciale commissie kinderoncologie onder de Wetenschappelijke Raad (WR) op. Ook stichting KiKa werkte met deze ad-hoccommissie, tot de oprichting van de KiKa WR in 2012.
2016 - Prinses Maxima Centrum
Op 8 februari 2016 ging de eerste paal van het Prinses Máxima Centrum de grond in. Het nationaal kinderoncologisch onderzoeksprogramma werd met de komst van het Máxima verder versterkt. Op 5 juni 2018 opende het instituut haar deuren.