Toponderzoeker longkanker
Bestraling die rekening houdt met de ademhaling
Het bestralen van een tumor is precisiewerk. De radiotherapeut wil de tumor vernietigen, maar tegelijkertijd zo min mogelijk gezond weefsel beschadigen. Het bepalen van de exacte locatie van de tumor is dus van groot belang. Bij longtumoren is dat niet zo makkelijk.
“Longtumoren zijn moeilijk te bestralen omdat zij meebewegen met de ademhaling,” legt Eugène Damen van het Antoni van Leeuwenhoek uit. “Tumoren in de long liggen nu eenmaal niet stil. Daarom moesten we werken met een grote veiligheidsmarge en dus een wat minder hoge dosis. Maar de uitdaging is natuurlijk om een zo klein mogelijk gebied zo agressief mogelijk te bestralen.”
Vierde dimensie
Samen met onderzoekers in Maastricht werkte zijn groep aan nieuwe bestralingstechnieken voor longkankerpatiënten op basis van 4-dimensionale (4D) beeldvormende technieken. Hierbij wordt ook de positie van de tumor in de tijd gemeten, bijvoorbeeld tijdens in- en uitademing. “Deze beelden geven nauwkeurige anatomische en functionele informatie. Zo zagen we grote dag-tot-dagvariaties in de positie van de longtumor, afhankelijk van hoe diep de patiënt ademt."
"Door vóór de bestraling heel precies te meten waar de tumor zit, kunnen we nog tot het laatste moment corrigeren en zo de meebestraalde marge verkleinen. Omdat de kans op complicaties afneemt, kunnen meer patiënten met die hogere dosis bestraald worden. De informatie zorgt er zelfs voor dat in de meest actieve tumordelen de bestraling nóg een tikkeltje agressiever kan.”
Wat het onderzoek oplevert voor de patiënt
- Door vierdimensionale beeldtechnieken kunnen radiotherapeuten de positie van longtumoren exacter in beeld brengen en preciezer bestralen.
- Hierdoor blijft gezond weefsel beter gespaard en kan de stralingsdosis omhoog. Dit vergroot de genezingskans.
- Op basis van de beeldinformatie is het zelfs mogelijk de dosis nog eens extra te verhogen in de meest actieve delen van de tumor.
Andere ontwikkelingen in longkankeronderzoek
4D-bestraling is één van de vele voorbeelden van vooruitgang op het gebied van longkanker. Hieronder een overzicht van andere belangrijke ontwikkelingen.
Daling aantal rokers
In 1950 werd voor het eerst in een grote wetenschappelijke publicatie geconcludeerd dat roken een belangrijke oorzaak van longkanker is. Sindsdien hebben allerlei antirookinitiatieven geleid tot een daling van het aantal rokers. In 1958 rookte nog 60% van de Nederlandse bevolking. In 2011 was dat nog maar 25%, het laagste percentage ooit.
Alternatieven voor operatie
Lange tijd was operatieve verwijdering van de tumor de enige behandeling. Een longoperatie is echter een riskante ingreep en niet altijd mogelijk. Dankzij onderzoek zijn chemotherapie en bestraling toegevoegd aan de behandelmogelijkheden. Met behulp van de nieuwste beeldvormende technieken kunnen tumoren heel precies in kaart worden gebracht. Dit maakt gerichte, op het individu afgestemde bestraling mogelijk.
Beter begrip van de rol van DNA(-veranderingen)
Veranderingen in het DNA van lichaamscellen liggen aan de basis van het ontstaan van kanker. Dankzij razendsnelle ontwikkelingen op het gebied van moleculair onderzoek weten wetenschappers steeds beter hoe DNA-veranderingen het gedrag van tumoren bepalen. Dit maakt individuele behandeling steeds beter mogelijk.
Screening
Screening kan bijdragen aan vroege ontdekking van longkanker. Amerikaans onderzoek onder rokers (uit bepaalde leeftijdsgroepen) toonde aan dat een jaarlijkse CT-scan bij deze hoogrisicogroep de kans om aan longkanker te sterven verlaagt. Nederlands en Belgisch onderzoek naar dit type screening bekijkt de overlevingswinst én de kosten die ermee gemoeid zijn.