De identificatie van therapieongevoeligheid bij borstkanker op het niveau van de individuele tumorcel: van primaire tumor tot metastase.
Onderzoekssamenvatting
Vrouwen met hormoongevoelige borstkanker krijgen hormoontherapie. Dit is helaas niet voor alle patiënten effectief. Soms komt de tumor terug in de vorm van een uitzaaiing die ongevoelig is voor deze behandeling. De onderzoekers denken dat deze ongevoeligheid veroorzaakt wordt door een bepaalde groepje cellen in de tumor. Ze willen deze cellen aanpakken om de therapieongevoeligheid te verminderen.
Doel van het onderzoek
De onderzoekers willen therapieongevoeligheid bij uitzaaiingen van hormoongevoelige borstkanker verminderen.
Waarom is dit onderzoek nodig?
Ieder jaar krijgen er wereldwijd meer dan 2 miljoen vrouwen de diagnose borstkanker. Er zijn verschillende soorten borstkanker, die we ‘subtypes’ noemen. Hormoongevoelige borstkanker is het meest voorkomende subtype, en wordt gevonden bij ongeveer 75% van de vrouwen met borstkanker.
Veel patiënten met dit type borstkanker worden behandeld met hormoontherapie. Helaas is deze behandeling niet voor alle patiënten succesvol. De tumor zal bij sommige patiënten terugkomen in de vorm van een uitzaaiing. Een uitgezaaide borstkanker heeft zich over de jaren aangepast zodat hij niet reageert op de hormoontherapie.
De onderzoekers hebben al eerder ontdekt dat een enkele borstkanker opgebouwd is uit verschillende soorten tumorcellen. Ze denken dat bepaalde groepjes cellen ervoor zorgen dat de uitgezaaide tumor ongevoelig is voor hormonale therapie. Deze cellen willen ze bestuderen en aanpakken.
Hoe wordt dit onderzoek uitgevoerd?
De onderzoekers gaan zowel stukjes van primaire borsttumoren als uitzaaiingen bestuderen. Ze vergelijken steeds tumoren van dezelfde patiënt. Zo kunnen ze bepalen of er specifieke groepjes tumorcellen zijn die veel voorkomen in de uitzaaiingen. Dit zijn wellicht de cellen die de tumor ongevoelig maken voor de hormonale therapie.
Dit gaan ze testen door de gevonden groepjes tumorcellen te blokkeren in gekweekte tumoren. Ze willen onderzoeken of ze hiermee kunnen voorkomen dat uitzaaide tumoren ongevoelig worden voor hormonale therapie.
Wat levert dit onderzoek op?
In de toekomst kunnen artsen met de kennis uit dit onderzoek mogelijk voorspellen of een patiënt baat heeft bij hormonale therapie. Op die manier blijft vrouwen die er geen baat bij hebben, een niet-effectieve behandeling (en de bijwerkingen daarvan) bespaard.
De onderzoekers nemen deel aan een patiëntenparticipatieprogramma, waarbij patiënten proactief betrokken zijn bij het onderzoek. Ze zullen de resultaten van het onderzoek voorleggen aan de patiënten die aan dit programma meedoen.