'Hoe een ontwrichting écht voelt, leer je niet uit boeken'
Jasmijn van Mil is student Ervaringsdeskundigheid in Zorg en Welzijn aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN): “Ik heb Geschiedenis gestudeerd, maar daar was niet veel werk in te vinden. Ik werkte veel in de horeca en later in administratieve functies. Maar ik kon nooit helemaal mijn plekje vinden. Toen ik borstkanker kreeg, was het of ik in een achtbaan stapte. Chemo, bestraling en een operatie... vooral het eerste jaar sta je echt in overlevingsstand. En de impact zat op veel gebieden. Fysiek ben ik enorm achteruitgegaan in energie en prikkelverwerking. En ik moest mentaal alles weer op een rij zien te zetten.
De controle terug
Toch heb ik die herstelperiode ook gezien als een kans om te bedenken wat ik wilde. Wat kan ik? Waar ben ik goed in? Na alles wat er gebeurd was wilde ik graag de controle terug. En het klinkt misschien dramatisch, maar ik wilde mijn tijd nuttig besteden. Toen kwam ik ook voor het eerst in aanraking met het vak van ervaringsdeskundige. Mijn moeder werkte met ervaringsdeskundigen, ik kwam vrijwilligers tegen en de opleiding aan de HAN startte net. Voor mij kwam er veel samen.
Na alles wat er gebeurd was wilde ik graag de controle terug. En ik wilde mijn tijd nuttig besteden.
Veel herkenningspunten
Voor ik aan de opleiding begon, heb ik met een aantal ervaringsdeskundigen gesproken. Omdat ik wilde weten of het niet vervelend was om je ellende steeds op te rakelen. Nu weet ik dat je werkt vanúít je ervaring maar dat dat niet het middelpunt is. In die eerste lichting studenten was ik de enige met oncologische ervaring. Anderen hadden ervaring met de GGZ, armoede of huiselijk geweld. Toch waren er veel herkenningspunten. Zoals een gevoel van eenzaamheid en hoe pak je je leven op als op veel gebieden alles is misgelopen?
Betrokkenheid vanuit school
Omdat ik opnieuw kanker kreeg heb ik vertraging opgelopen. Gelukkig was er vanuit de school en docenten veel betrokkenheid en zochten ze oplossingen voor me. Mijn stage ging op pauze, maar waar mogelijk kon ik wel lessen blijven volgen. Dat was voor mij belangrijk, want zo hield ik verbinding en kon ik de afstand beperken.
Volledig overzicht
Nu zit ik in het tweede jaar en werk ik bij een welzijnsorganisatie aan een project voor mensen die een afstand hebben tot de maatschappij en weer deel willen nemen. Dat herken ik ook. Als je ziek bent, heb je ook afstand tot de maatschappij en kan het moeilijk zijn om terug te komen. Je kunt veel leren, maar hoe zoiets voelt weet je alleen als je het hebt ervaren. Doordat je het zelf hebt doorleefd, krijg je volledig overzicht. Je kunt echt naast mensen gaan staan.
Doordat je het zelf hebt doorleefd, krijg je volledig overzicht. Je kunt echt naast mensen gaan staan.
Delen doet altijd iets
Inmiddels weet ik hoe ik mijn eigen verhaal in mijn werk kan inzetten, zonder zelf emotioneel te worden. Of ik ook echt iets van mijn ervaring deel hangt af van de situatie. Delen doe je uit ondersteuning, de ander moet het nodig hebben. Maar het doet altijd iets in een gesprek. Het is een mooie manier om verbinding te maken en maakt het voor de ander makkelijker om zich open te stellen.
Zo’n mooi vak
Als het je ligt, kan ik de studie echt aanraden. Het is zo’n mooi vak. Kijk, we maken allemaal dingen mee. Het is belangrijk dat je dan gezien en gehoord wordt. In het ziekenhuis ben ik geweldig geholpen, maar was alles natuurlijk wel gericht op het behandelen van de ziekte. Terwijl er zóveel op je afkomt waar je zelf een weg in moet zien te vinden. Meer begeleiding zou zo welkom zijn geweest. Het is fijn dat ik dat nu voor anderen kan doen. Als ik zie dat iemand na een gesprek beter de deur uitloopt dan dat ie binnenkwam… Daar doe ik het voor.”