Onderzoeker van de week: Marion de Jong
Op 16 mei 2021 is projectleider prof. Marion Hendriks - de Jong overleden. Als hoogleraar Nucleaire Biologie aan het Erasmus MC in Rotterdam heeft zij een belangrijke bijdrage geleverd aan nucleaire beeldvormende technieken en de behandeling van kanker met radionucliden. De kankerbestrijding heeft een gedreven onderzoeker verloren. Onze gedachten gaan uit naar de nabestaanden.
Prostaatkanker beter behandelen met radionucliden
Vanuit haar kamer op de 25e verdieping in het Erasmus MC heeft professor Marion de Jong een fenomenaal uitzicht op Rotterdam; een stad die zich in rap tempo ontwikkelt. Dit uitzicht kent veel overeenkomsten met haar werk binnen de afdeling Radiologie & Nucleaire Geneeskunde. In dit snel ontwikkelende vakgebied overziet ze de nieuwste ontwikkelingen en probeert deze toe te passen voor patiënten met kanker. In haar nieuwste KWF-project gaat het om gerichte behandeling van patiënten met prostaatkanker met radioactieve tracers.
Radioactiviteit werkt
De professor wil eerst een misverstand over radioactiviteit uit de wereld helpen: “Radioactiviteit wordt nog altijd omgeven met ideeën over kernrampen. In de nucleaire geneeskunde gebruiken we radioactiviteit echter op een heel veilige manier ten behoeve van de gezondheid van patiënten. Met radioactieve tracers kun je bijv. tumoren zichtbaar maken voor diagnostiek, maar je kunt er ook hele mooie therapieën op maat mee maken.”
Hoe het menselijk lichaam werkt, dat is een regelrecht wonder.
Prof. de Jong en haar collega’s gebruiken in deze behandeling zogenaamde ‘radionucliden’ die radioactieve deeltjes uitzenden. Deze maken de tumorcellen van binnenuit kapot. “We ontwikkelen stofjes die heel specifiek aan de tumorcellen binden, die brengen dan als een soort vrachtwagen de radioactiviteit naar de tumorcellen. Daar werk ik al lang aan, met veel verschillende stoffen en met veel succes. In een eerder onderzoek hebben we ons gericht op tracers voor neuro-endocriene tumoren. We zagen dat patiënten die hiermee behandeld werden tot wel 6 jaar langer leefden en als je in het eindstadium van ziekte zit, dan is 6 jaar heel lang.”
Beter, veiliger, goedkoper?
In dit project richt De Jong zich dus op de behandeling van prostaatkanker. Daarbij heeft ze twee doelen: “Enerzijds willen we de therapie verbeteren, anderzijds willen we die ook veiliger maken.”
Om met het tweede aspect te beginnen: de onderzoeker richt de ‘vrachtwagen’ op een doel dat op prostaatkankercellen voorkomt, PSMA. “Dat is een geweldig goede target. Helaas komt PSMA niet alleen voor op prostaattumoren, maar ook in de nieren en met name de speekselklieren. Dus zie je op scans dat daar óók radioactiviteit wordt opgenomen tijdens de behandeling. We willen onderzoeken hoe we die opname in gezonde organen kunnen verminderen. Of hoe we deze organen kunnen beschermen tegen de effecten van de straling.”
Daarnaast wil ze dat de behandeling zo effectief mogelijk wordt. “Omdat PSMA zo’n geweldige target is, zijn er door verschillende onderzoeksgroepen moleculen ontwikkeld om het PSMA te bereiken. Wij willen in dit project verschillende tracers die in de kliniek worden gebruikt vergelijken. We willen bepalen welke moleculen het meest geschikt zijn voor de therapie en die labelen met heel krachtige radionucliden.”
Dan tot slot de prijs van de behandeling, een heet hangijzer in de voortdurende discussie over nieuwe behandelingen van kanker. “Deze methode is relatief goedkoop. Er zitten natuurlijk kosten aan, maar door de patiënten eerst te scannen weten we wie in aanmerking komt voor de therapie en wordt onnodige behandeling van patiënten voorkomen. Bovendien: we hopen en verwachten patiënten langer relatief gezond te kunnen houden, waardoor ze bijvoorbeeld kunnen blijven werken.”
Van laboratorium naar patiënt
Hoewel het huidige onderzoek nog in de fase van het laboratorium zit, heeft De Jong goede hoop dat de resultaten snel bij patiënten toegepast kunnen worden. “Hoe het menselijk lichaam werkt, dat is een regelrecht wonder. Ik ben nieuwsgierig aangelegd en door steeds meer over een onderwerp te weten komen, kan ik mijn steentje bijdragen. nucleaire geneeskunde is een relatief klein vakgebied , daarmee heb ik enorme betrokkenheid. Het is geweldig om te zien dat wat we hier samen ontwikkelen, ook snel bij de patiënt komt. Zoals bij de neuro-endocriene tumoren: de tracer die we daarvoor hebben ontwikkeld is inmiddels toegelaten tot de markt door de Europese en Amerikaanse autoriteiten. Ik noemde net al dat deze patiënten tot wel 6 jaar langer leven; voor prostaatkanker denk ik dat nog langer mogelijk is, dit is afhankelijk van het stadium van de ziekte. Wij willen met dit project bijdragen aan een lange overleving mét een goede kwaliteit van leven.”