Blaaskanker vaker blaassparend behandelen
"Soms is een operatie niet nodig, maar we weten niet bij wie."
Blaaskanker staat in de top tien van kankersoorten die het meest voorkomen én die de meeste levens eisen. Verwijdering van de blaas biedt patiënten vaak de enige kans op overleving. Dat is een zware behandeling met grote impact op het leven daarna. Uroloog André Vis van het Amsterdam UMC ziet het graag anders: “Het liefst behandelen we blaassparend. Daarom gaan we uitzoeken voor welke patiënten dat een veilige optie is.”
Urinestoma
Bij tumoren die de blaasspier ingroeien (spierinvasieve blaaskanker) is blaasverwijdering vrijwel altijd aangewezen. Dr. André Vis voert ze regelmatig uit: “Het is een invaliderende ingreep waarbij we soms ook de prostaat en bij vrouwen de voortplantingsorganen verwijderen. Om de urine af te kunnen voeren, leggen we vaak een stoma aan. Dat is heftig, want daar moeten patiënten de rest van hun leven mee leven. Los van het praktische ongemak ervaren veel patiënten gevoelens van schaamte en onzekerheid. Hun zelfbeeld loopt een deuk op.”
Tumor soms al verdwenen
Om de uitkomst van de behandeling te verbeteren, krijgen veel patiënten voorafgaand aan de operatie chemotherapie. Met soms opvallend goede resultaten: “Bij 20 tot 30 procent van de patiënten blijkt de tumor niet meer aanwezig te zijn. In de verwijderde blaas zijn geen kankercellen meer te vinden. Bij een deel van de patiënten heeft de chemotherapie dus goed zijn werk gedaan. Achteraf gezien hadden zij zelfs helemaal niet geopereerd hoeven te worden. Helaas is op voorhand niet te bepalen voor welke patiënten dat geldt.”
Voorspellen of blaasverwijdering nodig is
De komende jaren gaat André Vis onderzoeken of die patiënten er wél zijn uit te filteren: “Met de huidige technieken zoals scans en weefselonderzoek is niet te voorspellen welke patiënten goed gaan reageren op chemotherapie. Daarom gaan we op zoek naar nieuwe biomarkers in bloed en urine. Dat zijn meetbare stoffen die iets zeggen over het succes van de chemotherapie. In combinatie met de overige uitslagen hopen we zo te kunnen bepalen welke patiënten we een blaasverwijdering kunnen besparen.”
Doorstart na corona
Aan het onderzoek doen 180 patiënten mee: “Het is een grote studie in samenwerking met blaaskankercentra in Amsterdam, Rotterdam, Arnhem en Nijmegen. Door corona lag alles bijna een jaar stil, maar inmiddels zijn we weer opgestart. Deelnemers krijgen de reguliere behandeling – chemotherapie en daarna een blaasverwijdering – aangevuld met uitgebreid biomarkeronderzoek in bloed en urine. Na de operatie kijken we in de blaas bij wie de tumor nog aanwezig is. Het uiteindelijke doel is een voorspelmodel waarmee we patiënten kunnen selecteren voor een blaassparende behandeling. Deelnemers profiteren dus zelf niet van deze studie, maar veel toekomstige patiënten hopelijk wel.”
Meer aandacht voor blaaskanker
Zo’n stap vooruit is hard nodig, want ondanks alle medische en technologische ontwikkelingen, is er op het gebied van blaaskanker maar weinig vooruitgang geboekt. Tot grote frustratie van dr. Vis: “Het is een nare tumor waar patiënten erg onder lijden. De ziekte geeft vervelende klachten en de behandeling is zwaar. Helaas zijn de vooruitzichten nog steeds niet goed. De 5-jaarsoverleving ligt al decennia rond de 50 procent. Dat is best wel bedroevend. Een beetje meer geld en aandacht voor blaaskanker kan geen kwaad dus.”